angelica

Angelica of engelwortelAngelica of engelwortel tegen kwade geesten

Bijbelse benamingen, wij Westerlingen zijn er maar wat dol op. In veel verschillende delen van de wereld vindt je planten, dieren en streken terug die allen vernoemd zijn naar figuren uit het religieuze boekwerk, dat door vele miljoenen als een levenswijze wordt beschouwd. Zo is er bijvoorbeeld de angelica, een geslacht van kruidachtige, overblijvende planten uit de schermbloemenfamilie. Deze familie staat ook wel te boek als de umbelliferae of apiaceae. De planten komen voor in de gematigde en sub polaire gebieden van het noordelijk halfrond. De angelica zelf staat ook wel bekend als de engelwortel, waar de link met de Bijbel dan eindelijk gelegd wordt. Doorgaans worden de planten zo’n één tot twee meter hoog.

Wilde soorten

In België en Nederland komen twee soorten in het wild voor, namelijk de grote engelwortel en de gewone engelwortel. De twee soorten zijn gemakkelijk van elkaar te onderscheiden door de grote, groengele schermen van de engelwortel. De bladeren geven bij kneuzing een sterke muskusgeur af. De Engelwortel is inheems in het noordelijk deel van Europa. Een winterharde plant die in principe tweejarig is en met wat geluk zaait de plant zich spontaan uit. De plant is dan ook in veel delen van de wereld verwilderd. Het enige land waar de engelwortel echt inheems is, is Syrië.

kwade geestEngelachtige betekenis
Zoals eerder al gezegd wordt de engelwortel vaak gekoppeld aan de Bijbelse betekenis van engelen. De plant zou met name verwijzen naar aartsengel Michaël. Een reden hiertoe kan wellicht zijn dat de bloeitijd van de plant zo rond het begin van mei ligt, en de aartsengel ’s verjaardag wordt gevierd op acht mei. Daarnaast konden kwade geesten ook bezworen worden met de plant. De wortel moest voor dit doel meegedragen worden waarna men gevrijwaard was van het werk van kwaadaardige tovenaars.

tuinkruidenstamperMedische eigenschappen

Een aftreksel zou helpen tegen koliek, verslijming van longen en keel en tegen maagzwakte. Vroeger werd er medicijn tegen de pest van gemaakt. De engelwortel heeft een antibacteriële en antischimmel eigenschap. Meestal wordt van de wortel olie gemaakt. De angelicaof of engelwortel wordt in aromatherapie gebruikt tegen tal van ziekten.

Angelicaof zou gebruikt worden tegen vermoeidheid, aambeien, jicht, artrose, aronchitis, maagkrampen, constipatie, dyspepsie, indigestie, psoriasis, hartkloppingen, geelzucht, slapeloosheid. Ondanks al deze geweldige kanten en bejubelde zijden heeft de engelwortel vooral een mooie bijdrage om te leveren in tal van recepten.

Als voeding

De bladeren van de engelwortel kunnen als groente gegeten worden. Het is lekker om de bladeren van de engelwortel te mengen in een spinaziegerecht of andijviegerecht. In Duitsland worden de bladeren geconfijt. De bladeren kun je op dezelfde manier klaarmaken als spinazie.

schopje

Kleurig bloeien

De soort is in principe een solitair. De plant bloeit van mei tot en met juli paarsbruin en na de bloeiwijze kan de bloem in de bloei staan. Ze zijn namelijk ook goed te gebruiken als decoratie in huis. Het is ook belangrijk om te weten dat de planten zichzelf kunnen uitzaaien. Op een goede grond bereikt de plant ongeveer de hoogte van honderdveertig centimeter en de engelwortel is daarnaast in staat om op elke grond te kunnen groeien. Dit maakt echter niet zo dat de plant slechts uit één soort bestaat. Er zijn namelijk nog twee andere soorten die minstens net zo populair en net zo veelvuldig gebruikt worden.

Soortgenoten

Andere soorten zijn bijvoorbeeld de Amerikaanse engelwortel, of Angelica atropurpurea. Deze is minder vertakt en ietwat bleker van kleur dan zijn Europese soortgenot en heeft een paarsgekleurde wortelstok. De schermen groen-witte bloemen bloeien van mei tot augustus. Ook deze bloem komt veel voor op vochtige plaatsen en kan gevonden worden van Newfoundland tot Iowa. Door de kolonisten werden ze het eerste aangetroffen in Maine. Daarnaast was het in sommige Canadese Indianenstammen gebruikelijk om zelfmoord te plegen door de giftige wortels van de engelwortel te eten. Ze smeerden de handen er daarnaast mee in aangezien de geur vissen en wild zou aantrekken. Er is inderdaad een vreemde, onaangename geur die eraan hangt.

AngelicabloemAziatisch gebruik

In Azië komen ook twee bekende soorten voor, namelijk de Angelica anomala uit Japan en de Angelica sinensis van naturen in China. De wortel wordt in China gebruikt voor de traditionele geneeskunde. Dit maakt van deze plant een zeer veelzijdige, zo door de jaren heen. Waar het ooit begon als een geneeskundige plant, of een plant om wild mee aan te trekken is het inmiddels een gewenst middel om mee te koken. Het geeft een rijke, en volle smaak aan gerechten.

Proberen waard

Hoewel de Bijbelse referenties duidelijk gemaakt worden met de Angelica is het bovenal een plant die al vele jaren mee gaat in de mensenwereld. Bij lange na niet altijd betrokken bij christelijke gebruiken, maar eentje die juist in de niet-christelijke wereld veel gebruikt wordt en werd. In Nederland is de plant gemakkelijk te vinden, zolang je weet waar naar te zoeken. Kijk gewoon goed naar de grote groengele schermen van de grote engelwortel. Het is een bijzondere plant die het onthouden waard is

ajowan

Ajowan kruid is een Indische kruid afkomstig uit het zuiden van het land.

ajowan plantVerspreid over de hele wereld groeien de meest uitzonderlijke kruiden, zaden en specerijen. In de loop der eeuwen hebben wij mensen meer en meer met elkaar gehandeld, wat ertoe geleid heeft dat we nu meer van elkaars culturen weten en dat we ook op het gebied van voeding met elkaar mee kunnen praten. Specerijen waren immers hét handelswaar tijdens de Gouden Eeuw waar Nederland maar al te groot mee is geworden. Maar wat voor bijzondere kruiden zijn er dan zoal te vinden? Welke specerijen zijn nu zo opvallend dat ze het verdienen om even toegelicht te worden?

Wereldwijde kweek

De ajowan specerij staat te boek als de Trachuspermum ammi en is afkomstig uit het zuiden van India. Tegenwoordig wordt de specerij echter ook gekweekt in heel Midden-Azië, Noord-Afrika en Ethiopië. De plant is een lid van schermbloemenfamilie, welke bekend staat onder de naam Umbelliferae of Apiaceae. Dit betekent dat de ajowan botanisch is verbonden aan karwij en komijn. De zaden hebben dan ook veel weg van kleine selderijzaden; robuust en ovaalvorming. Ook dit specerij is weer terug te brengen op de oudheid, waar het veelvuldig werd gebruikt als antiseptisch middel. Het ruikt sterk naar tijm en smaakt daar zelfs ook naar, maar het is iets scherper en bitterder. Ajowan behoort in Arabië en in Indië tot de vaste keukenkruiden

Hoe en waar gebruik je het Ajowan kruid!

ajowan zaadIn werelden waar scherpe smaken en felle kleuren een grote rol spelen in de keuken worden vaak uitzonderlijke kruiden en specerijen gebruikt. Ajowan is zo’n specerij, het is een vast keukenkruid in zowel Arabië als in India. Daar wordt het gebruikt in hartige gerechten zoals brood, bonen maar ook medicinaal. Ajowan heeft namelijk een positieve en krampwerende invloed op de spijsvertering. Daarom is het ideaal om te gebruiken bij een vol gevoel in de maag na de maaltijd. Iets wat zeer gebruikelijk is in het zuiden van India bijvoorbeeld, is dat er na het eten een schaaltje ajowan vermengd met anijs en lavendel op tafel wordt gezet om te nuttigen. Een water extract dat ‘Oman water’ heet, wordt in de Indiase geneeskunde gebruikt om cholera te behandelen. Het zaad kan gemalen of als hele zaadjes worden gebruikt. Ajowan past bij alle peulvruchten en wortelgroenten. Wordt gebruikt bij pickles, gegrild vlees en gevogelte. Ajowan kun je ook vervangen door tijm.

Ajowan is een éénjarige schermbloemige plant

Ajowan is een éénjarige schermbloemige plant waar bij de bloei tussen juli en augustus ligt. In deze periode rijpen ook de zaden. De planten zijn hermafrodiet, wat betekent dat de planten zichzelf kunnen bevruchten. De plant is herkenbaar aan heldergroene bladeren en een rechte groei tot ongeveer vijftig a negentig centimeter. Je zou kunnen stellen dat de plant iets weg heeft van karwij, dille en komijn.

Ajowan heeft een sterk aroma

Het aroma van ajowan is zeer sterk en daarom behoort men het spaarzaam te gebruiken. De zaden in een stevig sluitend blik, en vervolgens moet je ze koel en donker bewaren. Dit eerstgenoemde sterke aroma kan daarnaast ook nog versterkt worden. Dit doet men door de zaden te roosteren of te bakken. Ook kun je het laten oplossen in het water, waardoor het zich gelijk zal verspreiden over het eten.

Heerlijk vernieuwend

Wanneer je uit bent op een nieuw recept, iets wat zowel oosters als Indische smaken heeft, dan kun je overwegen om ajowan te gebruiken. Het specerij geeft je hartige gerechten iets exotisch en daarnaast is het kruid ook zeer breed inzetbaar als geneesmiddel. Daarnaast kan het ook dus erg goed helpen om van dat opgeblazen gevoel af te komen na een flinke maaltijd. Al met al is ajowan een sterke specerij, die je smaken naar een nieuwe hoogte kunnen tillen.

Anders dan Italiaans

Voor hen die weg zijn van de Italiaanse kruiden zoals tijm, is ajowan wellicht een volgende stap naar culinaire ervaringen. Je zult het hoe dan ook eens een kans moeten geven als je iets nieuws wilt proberen met het eten. Combineer het eventueel met bergamot, citroengras, citroenmelisse en tijm en ontdekt een nieuwe wereld aan smaken die voor je open gaat. Op die manier zal je ongetwijfeld ontdekken dat de specerij nog heel wat voor je in petto heeft, meer dan je had verwacht.